TRADITIONEEL CHINESE GENEESKUNDE

China is een land waar de traditionele kennis omtrent de natuur en de geneeskunde duizenden jaren lang goed bewaard en voor het westen verborgen is gebleven. 

Het Chinese volk, altijd al groot in aantal, leefde dicht bij de aarde. Men ontwikkelde kennis op vele gebieden, in eerste instantie heel direct uit de natuur die men waarnam.

Door een zeer nauwkeurige observatie bereikte men een hoge graad van kennis en bewustzijn over de mens, de natuurverschijnselen en over de relatie tussen beide. Daaruit ontsproot ook de geneeskunde.

Vandaag de dag is deze kennis voor ons nog zeer waardevol.  Door technologische ontwikkelingen en specialisatie hebben wij in het westen het oog op het geheel soms verloren. We beschikken niet meer over een kader waarbinnen we de zieke of gezonde mens in een geheel kunnen plaatsen.

De Chinezen beschikken wel over dit kader en zijn in staat om zowel psychische, emotionele, fysieke, omgevings- en voorouderlijke factoren met elkaar in verband te brengen. Zij ontwikkelden een zeer concreet geneeskundig systeem met een eigen fysiologie en diagnostiek en verschillende behandelingsmethoden, waaronder acupunctuur. 

Het mensbeeld binnen deze Geneeskunst is holistisch, dat wil zeggen; de mens wordt als geheel gezien, lichaam en geest zijn niet van elkaar te scheiden en beïnvloeden elkaar voortdurend.

De begrippen Yin en Yang staan voor twee tegengestelde krachten, twee kanten van dezelfde levensenergie (ook Qi of Ki genoemd), die elkaar in evenwicht proberen te houden.

Ziekte wordt gezien als een verstoring van deze balans. Dit kan een tekort, een teveel of een stagnatie van één of beide tegenpolen zijn.

De levensenergie stroomt door het lichaam via een ingewikkeld stelsel van kanalen (meridianen), die elk weer in verbinding staan met het gelijknamige orgaan.

Op de meridianen liggen de zogenaamde acupunctuurpunten. Door naalden in deze punten te brengen wordt de stroom van Qi beïnvloed en blokkades opgeheven.

JAPANSE ACUPUNCTUUR

Japanse acupunctuur heeft veel overeenkomsten met Chinese acupunctuur zoals het gebruikmaken van meridianen en acupunctuurpunten. De werkwijze is echter verschillend.

Waar de Chinese acupuncturist naalden die in de huid zet, raakt de Japanse acupuncturist de huid licht aan of zet uiterst dunne naalden heel oppervlakkig. Een ander verschil is dat er in de Japanse Acupunctuur naast polsdiagnose ook buikdiagnose wordt gebruikt om een duidelijker beeld te krijgen op welk vlak er de meeste disbalans is. Ook wordt na een naaldtechniek direct de pols gevoeld om het effect te beoordelen en de behandeling bij te sturen waar nodig.

Binnen de Japanse acupunctuur heb ik mij gespecialiseerd in de Toyohari stijl en de shonishin (kinderacupunctuur)

De essentie van Toyohari (een vorm van meridiaan therapie) is het in balans brengen van de energie in de meridianen. Als het lichaam in balans is, is het gezond en in staat gezond te blijven.

Toyohari is ontwikkeld door een groep vooraanstaande blinde acupuncturisten. Door hun uitstekende sensitiviteit zijn hele specifieke technieken ontwikkeld die als kenmerk dragen: minder is meer.

De naalden gaan bij Toyohari niet of nauwelijks door de huid heen en blijven niet staan tijdens de behandeling, zoals gebruikelijk bij de Chinese stijlvormen. De behandeling is daarom zeer verfijnd en toepasbaar zonder enige pijn. Door de grote mate van nauwkeurigheid van de technieken kan met subtiele prikkels toch maximaal resultaat worden verkregen.